IFRS 16 Lease aspecten -3-

In dit bericht belichten we de (éénmalige!) keuzes  die een onderneming heeft gemaakt, voorzover de onderneming heeft gekozen voor de beperkt-retroactieve methode van overgang naar IFRS 16.


Algemene uitgangspunten

Met de introductie van (Internationale Financiële Rapportage Standaard) IFRS 16 Leases is een nieuwe categorie actief in de jaarrekening ontstaan: het right-of-use actief.

Als de onderneming heeft gekozen voor de beperkt-retroactieve methode bij de overgang naar IFRS 16, zijn er nog een tweetal, niet van elkaar afhankelijke,  keuzes om de startwaarde van het nieuwe lease-actief te bepalen:

  1. overeenkomstige lease transacties worden ‘en bloc’ berekend met behulp van één disconteringsvoet, de zogenaamde portefeuille-toepassing;
  2. bij de start van toepassing van IFRS 16 bestaat de mogelijkheid -onmiddelijk voorafgaand- een herwaardering toe te passen op basis van de ‘oude’ standaard IAS 17.

Van beide opties is in ruime mate gebruik gemaakt. Dit geeft aan, dat voor de invoering van de standaard de gegeven mogelijkheden zeer nodig zijn geweest.


Uitkomsten van onderzoek

Er zijn 72 ondernemingen onderzocht in de genoemde artikelen, waarvan 87% (n=63) van de ondernemingen heeft gekozen voor de beperkt-retrospectieve methode.

Van deze onderzochte ondernemingen zijn er (n=25) 40%, die de portefeuille-toepassing hanteren. Met goede reden, zoals hieronder aangegeven.

Los daarvan blijkt uit het onderzoek tevens, dat in (n=38) 60% er een voorziening voor verlieslatende contracten is toegepast op basis van de ‘oude’ standaard IAS 17.


Portefeuille-toepassing

De onderzoekers verbazen zich over de relatief lage mate van toepassing van de portefeuille-toepassing. Zij wijzen op de grote hoeveelheid individuele contracten en “.. de tijdrovende exercitie om een disconteringsvoet te bepalen voor individuele leaseovereenkomsten”.

De toepassing is zowel binnen Nederland als internationaal rond de 40%, zie grafiek.

Hoewel 33% van de ondernemingen geen toelichting over de portefeuille-toepassing heeft gegeven, is het aannemelijk, dat er niet veel meer ondernemingen deze variant hebben gebruikt; vermelding was anders ongetwijfeld wel gebeurd.

Het relatief lage percentage kan wellicht worden verklaard uit het feit, dat hier sprake is van ‘grote’ ondernemingen, die overwegend overgegaan zijn tot centrale vastlegging van leaseovereenkomsten. Bekend is, dat de grote accountantskantoren hier niet alleen op hebben aangedrongen, maar ook specifieke analysetools hebben aangeboden, die digitale scanning en interpretatie van de contract-inhoud van individuele contracten mogelijk maakt.


Voorziening voor verlieslatende contracten

Een verbazingwekkend groot aantal ondernemingen heeft gebruik gemaakt van de praktische mogelijkheid (practical expedient) om onmiddelijk voorafgaand aan de overgang naar IFRS 16 voorzieningen voor verlieslatende contracten op grond van IAS 37 toe te passen  (IAS 37 is de standaard, die van toepassing was in combinatie met IAS 17 Leases). Alsof er zoveel contracten zijn, die voor bedrijven ongunstig uitpakken.

De mogelijkheid IAS 37 (Provisions, Contingent Liabilities and Contingent Assets) eenmalig toe te passen betekent in de praktijk, dat de waarde van het leaseactief (berekend volgens IFRS 16, op overgangsdatum) mag worden verminderd de voorziening behorend bij de ‘vorige’ regelgeving.
Hier wordt duidelijk, dat de IASB misbruik mogelijk heeft gemaakt. Zo melden de onderzoekers, dat er geen toelichtingen zijn verstrekt over de resultaateffecten van de beoordeling. Slechts 16% geeft aan géén voorziening voor verlieslatende contracten te hanteren.

De gebruikte toepassing van een waardevermindering heeft als grote voordeel, dat de jaarlijkse (lineaire) afschrijvingen in de jaren erna lager uitkomen, dus feitelijk resultaatverhogend werken ten opzichte van een situatie dat er geen waardevermindering zou zijn toegepast.

Onderzocht zijn de jaarrekeningen van 2019, dus mogelijk heeft Covid-19 op de valreep een aantal ondernemingen  aangezet om een extra voorziening te onderbouwen: de introductie van IFRS 16 heeft tot gevolg dat met name huurcontracten voor onroerend goed en bijvoorbeeld leaseauto’s op de balans moeten worden getoond.
Van beide categorieën weten we, dat er substantieel minder gebruik is gemaakt van deze activa in de Covid-19 pandemie.


Conclusie

De door de (International Accounting Standards Board) IASB in januari 2016 uitgebrachte standaard IFRS 16 Leases die vanaf 2019 verplicht toegepast moet worden door grote, beursgenoteerde, ondernemingen,  bevat ook een aantal praktische overgangsbepalingen om de overgang te vereenvoudigen. Er is in wisselende mate gebruik van deze mogelijkheden gemaakt. Per saldo, mede gezien de veelal beperkt gegeven toelichtingen, levert IFRS 16 daarmee voor de komende jaren  niet de beoogde transparantie en vergelijkbaarheid.

Wederom een pijnlijke conclusie, want juist de onduidelijkheid van verplichtingen, die verscholen (zouden) zitten in operationele lease transacties, was de aanleiding voor de grootscheepse aanpassing van de accounting regels rond leasing.


Achtergrond

Een aantal IFRS 16 Lease aspecten wordt in een reeks berichten nader belicht. De informatie heeft betrekking op niet-financiële ondernemingen, die verplicht zijn IFRS regelgeving toe te passen; we hebben het dus nadrukkelijk over grote en beursgenoteerde bedrijven.

Het eerste bericht gaat over leases met een resterende looptijd van maximaal 12 maanden en leases met activa van geringe waarde .

Het tweede bericht gaat over de eerste fundamentele keuze die een onderneming moet maken bij de overgang  naar IFRS 16.

De in deze reeks behandelde onderwerpen zijn gebaseerd op een tweetal recent verschenen artikelen, waarin de effecten van de introductie van IFRS 16 op Europese ondernemingen is onderzocht. De betreffende artikelen zijn open source en daarmee vrij toegankelijk en beslaan in totaal 72 onderzochte jaarrekeningen van ondernemingen, waarvan 43 niet-Nederlandse ondernemingen. De artikelen zijn in het Nederlands. Voor de goede orde: de links naar de artikelen zijn terug te zien in het eerste bericht.